Arenden
Zie daar de arenden zachtjes zweven,
Hoog boven daken, wolken alom.
Vleugels hebb’n hen naar boven gedreven
Daar hoog in de lucht waar niemand heen kon.
Scherpe geluiden, kressende stemmen,
Angst wanneer een ijz’ren machien,
Daar hoog in de lucht tussen de vogels
Wachten ze af en zullen ze zien.
De vogel vliegt voort naar andere oorden,
D’arenden blij en de rust keert dra
Deze gevoelens te sterk voor woorden
Juichen ze blij van kraa kraa kraa.
Ijzeren vogels nooit te vertrouwen,
Een enkele vogel te sterk voor de rest
Maar slechts een echte vogel kan bouwen
Aan zijn toekomst en aan zijn nest.
Pluizige wolkjes, donzige vogels
Lente in’t land, de vogels uit ’t ei
Ijzeren vogels, eenzaam, verlaten
Een arend wil ‘k zijn, gelukkig en vrij!