Duizend kleine viooltjes spelen een droevig lied
maar zelfs dat klinkt nog vrolijk
Het begint te stortregenen en te stormen
het weer weet tenminste hoe ik mij voel ...
Duizend kleine vlindertjes kijken naar de ondergaande zon
terwijl ze zich angstig afvragen of hij ooit weer opkomt
Ze proberen haastig naar buiten te vliegen
maar de plaats waar ze ooit ontstonden bestaat niet meer ...
Ook het laatste licht dooft uit omdat duizend kleine lantaarntjes
ooit ontstoken door hoop
nu de moed niet meer hebben om zich brandend te houden
het laatste sprankeltje hoop nemen ze met zich mee ...
Duizend kleine vuurtjes worden gedoofd door de regen
ooit verspreidden ze overal warmte en vreugde
ooit zorgden ze ervoor dat ik brandde van verlangen
maar dat is nu voorbij ...
Opeens zie ik in al die duisternis een heel klein vuurtje
dat toch koppig blijft branden
hoe vaak het ook gedoofd wordt
het houdt koppig vol ...
Langzaamaan durft dan ook een vlindertje
uit de duisternis op te vliegen
om zich te nestelen bij het vuurtje
en zijn vleugeltjes te laten drogen
Maar dat is maar een heel klein stipje
op een gigantisch zwart landschap
het enige dat overblijft
van wat ooit een land van warmte,vuur en hoop was ...