Afscheid.
Ik weet nog hoe makkelijk vallen was.
Elke grond scheurt open, en het land
van melk en honing is kluns’ probleem.
Ik weet hoe makkelijk zweven is, ‘t
gaat als vanzelf, zonder als. Maar
in ’s hemelsnaam, hoe strooit men zout
in de gapende wonde vol glazuur?
Hoe maakt men klaar, dat klare wijn
azijn geworden is, als men zich nog
steeds het suikergehalte herinnert?
De weinige woorden die ik nog
spreken kon, ze zijn vergrijst en stom
geworden. Ik weet niet meer hoe ik zeg
dat de grenzen achter mij liggen. Liefste?