Mijn adem stokte,
en even leek het of ik bevroor.
Mijn lijf begon zacht te trillen,
alsof ik bijna volledig de controle verloor.
Je vroeg me om je leven,
en liefde voor altijd met mij te delen.
En ik weet ook wel van je,
dat je niet met mij loopt te spelen.
Maar toch haperde er iets,
voor enkele minuten in mij.
Begrijp me niet verkeerd,
jij maakt mij ontzettend blij.
aar die huivering kwam voort,
misschien wel uit angst om me te binden.
En even is mijn grote mond en lef,
nergens meer te vinden.
Ik zie je graag,
en het gevoel erbij voelt goed.
Maar ik moet je wel vertellen,
dat je geduld hebben moet.
6 augustus 2003,
~Miriam~