In haar donker gewaad,
Sluipt ze door de nachten,
Omgeven en bezeten,
Door duistere krachten.
Waaraan ze wederom,
Ten prooi viel,
Verkoopt ze haar lichaam,
En haar ziel.
Troost zoekend,
In de duisternis,
Vechtend,
Tegen het gemis.
Verdwijnt ze,
Tot haar spijt,
Keer op keer,
In eenzaamheid.