De klok is ver voorbij de elf
Tuur voor me uit in ’t knisprend vuur
en droom wat weg als uur op uur
met tikken van de klok verglijdt.
Ja tijd duurt lang in eenzaamheid.
Mijn ogen worden moe en zwaar
wat zal ik doen, nog een sigaar
tot ’t vuur dooft uit zichzelf.
De klok is ver voorbij de elf.
Dan klinkt uit het vertrek hier naast
een stem die zegt, maak nu wat haast
je weet toch dat je hebt beloofd
me niet zo lang te laten wachten
om zonder klooien te voltooien
wat je begon maar niet volbracht, gister nacht
Koos 8-12-2003