Mijn Opa en de Kerst
Hij moest de kippen slachten.
Hij kon daar niet omheen.
Daar waren ook konijnen.
Maar dat vond hij gemeen.
Als klein jochie keek je,
hoe hij de kippen plukte.
Gehaast en met tegenzin,
maar toch, het lukte.
Ik heb er bij gestaan.
Zijn konijn was vetgemest.
Ze zeiden snoeihard tegen hem:
‘laat zien, je kunt het best.’
Je bent toch wel een echte vent.
Wij eten met de kerst konijn,
- dat kreeg hij toen te horen -
met een glaasje goede wijn.
Hij heeft het beest geslacht
vetgemest en liefgehad.
Ik stond erbij en keek er naar,
Onze ogen waren nat.
Er kwam geen tweede keer.
Hij werd ervan bevrijd.
Op kerstdagen was hij op zijn best,
en onze tranen kwijt.