De zon
Ik heb de zon gezien
Hij verschool zich, maar kon zich niet helemaal verbergen.
Een rode gloed achter de wolken.
Zonder dat hij het wist kleurde hij de hemel en gaf haar
een gezicht.
De hemel riep mij naar de gloed met haar nieuwe gezicht.
Ik heb de zon gezien
Ik heb de zon gezien.
Ik zag hem niet helemaal maar hij was er wel
Een schilderij van kleuren in de lucht verraadde haar.
De zee was er stil van en kabbelde van genot.
De zee riep mij en wees me het schilderij.
Ik heb de zon gezien.
Ik heb de zon gezien
Hij warmde mij van binnen maar ik verbrandde niet.
De warmte vloeide uit mijn hart.
Het bracht mijn lichaam tot rust en overdonderde mijn
gevoel
Mijn lichaam riep mij en liet mij koesteren in die warmte
Heb jij de zon gezien??