dat het nu eens over mogen zijn
bid de soldaat op een veldslag,
vecht nog enkel tegen pijn,
en de onherroepelijke doodslag.
en zijn makker van deze oorlog,
lig hier stervende in zijn uitgestoken hand,
zijn moederland voelt nou als bedrog,
nooit meer als een broedersband.
en zijn bloed vermengt met die van zijn maat,
het geweer nog aan zijn zij,
daar ligt hij dan, onze dappere soldaat,
wachtend, opdat ook hij,
de dood tegemoet gaat.
en nooit zal hij meer opstaan,
ook als hij nu niet eens sterven zou,
er was eens een belofte ontstaan,
dat hij nooit en te nimmer meer zijn maat verlaten zou.
zijn maat die nu nog in zijn uitgestoken hand ligt,
ondertussen al in zijn armen genomen,
de maat die klapt zijn ogen dicht,
om aan deze hel te ontkomen.
en toen was ook zijn tijd gekomen
en rest hun beiden enkel stilte