De droom
Een flits in mijn gedachte,
Alsof ik jou daar zag staan.
En hoe je naar me lachte,
Ik wilde zo met je meegaan.
Ik bleef maar naar je kijken,
Je stond bij een prachtige boom.
Maar het mooie beeld moest wijken,
Want het was toch maar een droom.