Chaos overal.
Mijn kop verwart dingen die gebeuren,
in kleuren die slopen en uiteenlopen, door elkaar
vloeien en de waarheid snoeien. Transparanten
glanzen hun ruimteloos begrenzen,
verwensen gebonden, gekluisterd balans,
kans op leven in eenheid met aarde.
Vergaren van wortels aan de rand van bestaan.
Schrikkend rood vergloeit,
de purperen horizon verflard,
want regens nevelen grijzer dan wit,
een bui valt trager, het beste in zee,
waar golven sissen en trekken, bijten en
stijgen tegen zwart massief, in steen graniet,
basalten rots als trots de aarde uitgekotst.
Rennend, hijgend, hart op hol,
zoekt groen zijn weg waar geel
en bruin als water door de handen
glijdt, gedijt krampachtig blauw naar violet
de uitsmijter het vale, grauwe lijk, de dood,
goedkoop de tijd vermoordend in zijn nood.
Liefde brandend, want er was en is geen hoop…
wil melker
27/03/2001