Deze gevoelens zijn zo raar,
ik denk aan jou maar ben bij haar.
Jij beheerst mijn gedachten,
maar ik knuffel haar om de pijn te verzachten.
Omdat ik niet bij jou kan zijn,
doet het in mijn hart zo'n pijn.
Ik wil haar absoluut geen pijn doen,
en toch denk in nog veel aan toen.
Hoe heerlijk het was,
en dat ik je mis merk ik nu pas.
En toch kan ik niet bij haar vandaan,
waarom moeten deze gevoelens bestaan.
Als ik nu eens wist waar dit naar toe leid,
dan had ik nu misschien niet deze tweestrijd.