Lieve Zus,
Om jou heb ik echt veel verdriet.
Door je ziekte snap jij dat niet.
Het doet me pijn om jou zo te zien leven.
Ik wou je helpen om je een beter leven te geven.
Maar waarom voelt het dan alsof je me haat,
alsof mijn hele leven je echt koud laat.
Bij alles wat ik voor je doe,
Soms zeg je nog bedankt maar dan keer je me de rug toe.
Je gedrag laat andere mensen beven,
ik ben de enige die de hoop nog niet had opgegeven.
Ik kan hier niet meer doorgaan, tenminste niet lang meer.
Ik ben op, het doet te zeer.
Ik ga er al onderdoor, ik moet er echt mee stoppen.
Als je toch ooit mijn hulp kunt gebruiken, kun je altijd bij me aankloppen.
Wat je ook doet, ik zal je nooit haten.
Ik moet eerst zelf tot rust komen, dat kan alleen door jou los te laten.
Ja lieve zus, ik ben gekomen tot mijn grens.
Zoals je ziet ben ik ook maar een mens.
Je Zusje (17)