Hier zit ik dan,
diep weggedoken in mezelf
in een zwarte kamer
met dikke muren.
Geen ramen om naar buiten te kijken
maar wel gaatjes om naar binnen te gluren.
Ik denk aan jou,
maar ineens vlieg je weg...
je vliegt weg maar zonder vleugels,
bestemming naar de hemel.
Je weet niet waar je bent,
je kan niets zien,
maar als je je ogen opent,
dan zie je duisternis.
De duisternis die je ook ziet
als je binnenkijkt
in de kamer met gaatjes,
de kamer met duisternis,
de kamer ... met de dood.