Uit mijn ooghoek valt een traan.
Heel even maar was ik ontdaan.
Ik zag een vader een kind een oplawaai geven.
Ik dacht nog , dat is voor dat kind toch ook geen leven.
Ik haat ouders met zo veel macht.
Dat ze hun kind slaan met zo veel kracht.
Ik zag het kind in elkaar krimpen van de pijn.
Ik vond dat dit niet zo mocht zijn.
U weet wel hoe dat in het leven gaat.
Problemen als je ergens voor staat.
Ik protesteerde met verheven stem.
en stuurde een woeste blik richting hem.
Verhef nog een maal je hand tegen dat kind.
Dan kom je er achter wat ik er van vind.
Ik vind dat ouders zwak in het leven staan.
Als ze denken te winnen door hun kind te slaan.
Uit pure woede zwaaide de man met zijn vuisten in het rond.
De situatie werd voor mij even zeer ongezond.
De hele toestand duurde niet zo heel erg lang.
Want ik ben voor de duvel niet bang.
De rest van de mensen vroeg of hij problemen met mijn woorden had.
Hij vond de overmacht te groot en koos het hazen pad.
De glimlach van dat kind was mijn loon.
Vandaar dat ik mij voortaan weerbaar toon.
Ik geloof in mijn liefde voor het kind.
En heb maling aan wat de ouder vind.
Zorg dat je sterker in het leven staat.
Voor dat je door onmacht je kinderen slaat.
Sta altijd dapper in het leven.
Door bij onrecht oprecht je mening te geven.
Door de door jou getoon de moed.
Voel je je zelf weer goed.
Wim