Op een paar plekken na, zoals zijn mond en zijn hol,
zit een mens doorgaans helemaal vol.
Naast sap en organen, en spons in de koppen,
moet men er verder nog voedsel in stoppen.
Als alles wil lukken
dan wordt dat in stukken
gekapt en verwerkt
en de spieren gesterkt.
En wat het lichaam hiervan niet benut
belandt dan na enige tijd in een put.
Ofwel gaat men pissen, ofwel gaat men vozen,
zo kan men algauw enkele kilootjes lozen.
Wat ook al eens voorvalt
is dat alles er door valt
als beton door de lucht.
Niet zonder gerucht
spettert kak dan in 't rond.
Maar als nu door de mond
terugkomt waaraan men zich placht te laven,
welnu, dan spreekt men van overgave.
Het dient ook gezegd, deze activiteiten
zijn voor een goed gevoel echt wel te mijden.
En de goorste ervaring die ik ooit heb gekend,
was kotsen en kakken op 't zelfde moment.