Misschien ben ik wel ondankbaar,
En mag ik helemaal niet klagen,
Heb ik niet eens het recht,
Om dat beetje meer te vragen.
Ben niet zielig, ben kerngezond,
Heb te eten en een huis,
Maar toch voel ik me zo nu en dan,
Op deze wereld heel niet thuis.
Lijk mijn plekje niet te vinden,
En mezelf al tijden kwijt,
Van alles wat ik doe of zeg,
Bij tijd en wijlen weer eens spijt.
En zeg me niet, zo is het leven,
Want mijn verstand doet het best goed,
Ik weet alleen heel even niet,
Wat het leven bij mij doet.