In de gemaakte donkere kamer kwam eindelijk
Mijn engel na de lichtbron tevoorschijn.
Het was een meisje en waaide zacht omheen
De golven van mijn haar. Ze streelde lief en
Aanschouwde de tedere blik binnenin mijzelf.
Meteen groeide een schaduw omheen het bed
En zij sloot haar armen rond de lende.
Ik lag te slapen in de gemaakte rode kamerruimte
Verbood mezelf te denken aan vroeger;
Verplichtend te starten in een nieuw begin.
Daar waar rood karmozijn verkleurt;
Daar waar de heide mistig en wazig wordt;
Daar waar schrijven niet helpt om een
Hedendaagse engel te beschrijven.
Ze rolde over me heen, liet een aan-
Raking tot mij komen, gaf een emotie
Door in de estafette. Ik voelde haar
Zacht aan, voelde een verliefde blik in
Haar zeeblauwe ogen die me diep aankeken.
Ik ontwaakte en sloot weer de ogen;
Al drijvend op de diepblauwe oceaan ...