Ref.
Als ik die cijfers zie dan word ik gek.
Ik wou dat ze er niet waren.
Ik wou dat ze niet bestonden
C1.
Allemaal cijfers. Een dag bestaat uit cijfers. Een dag voor slavendrijvers
De klok bestaat uit cijfers. Die mensen gestrest maken, die cijfers.
Mijn rapportcijfers. Het is niet dat ik niet slim ben of geen zin hebt om te leren, maar de cijfers blijven me maar laag bezeren.
Net als alle andere keren maken cijfers me gek.
C2.
Ze geven belangrijke details in het leven aan, maar maken meer mensen ongelukkig dan vrolijk.
En dat is zwaar. Dat is zwaar en zuur.
Cijfers geven hoeveelheden aan die meestal onbelangrijk zijn, maar toch hebben ze een speciale waarde. Die irritante cijfers.
Al waren er geen cijfers was er geen klok, geen tijd en heb je dus ook alle tijd. Kan je doen wat je wilt en hoef je je niet aan iets te houden. Heerlijk lijkt me dat. Geen cijferstjes, Dan hoef je ook niet meer te rekenen(had ik toch een onvoldoende voor).
Ref.