Ik tekende haar op papier;
vleugels van een libel afgeplukt en op haar schouders geplakt, kijk haar ermee vliegen.
Mijn handen en de pen maakten haar gezicht tijdloos en onwerkelijk als een sprookje.
Perfect haar naar achteren gebonden, anders valt het in bloemenkelken nog nooit in deze echte wereld gezien omdat ze domweg niet bestaan.
Al deze moeite om te voorkomen dat er op de deur geklopt zou worden en als ik open doe ze dan zegt: ‘hoi, hier ben ik dan’.
Auteur: Miriam van der Meulen | ||
Gecontroleerd door: christina | ||
Gepubliceerd op: 22 februari 2004 | ||
Thema's: |