alzittend kijkt ze naar de voorbijgaande donkere wolken
wachtend op de zon,
haar blauwe ogen kijken verdronken over het landschap,
dromend van de zee,
waar golven vrolijk in elkaar overgaan
de wind haar naar de zee drijft,
haar tranen verdwijnen in de donker blauwe zee,
de wind speels door haar haar waait
de angst verdwijnt vanachter die blauwe ogen,
de pijn wegwaait
regen heerlijk plets op haar hoofd
lopen in het natte zand,
iemand zei haar ooit eens: in jou ogen ben ik verdronken.
Nu zijn haar ogen verdronken in de angst.
ze ligt in het natte zand en wacht op de vrolijke zee.
ze kijkt nog steeds naar de bomen, wolken
regen begint te pletsen
haar ogen bevroren