Ik geef je 1 roos.
Een hele mooie roos.
Maar waarom?
Ik geef je 1 roos en geen bos.
Zodat je zeker de mooiste krijgt.
Ik geef je 1 roos en geen bos.
Zodat je zeker weet dat het, het middelpunt is.
Ik geef je 1 roos en geen bos.
Ik geef em je heel gauw.
Ik geef je hem omdat ik van je hou.