mevrouw,
je zoete lippen
je dromende ogen
ik heb m'n hart verloren
mevrouw,
aan jou schenk ik alles
je gouden haren
je lach van zon
je hebt m'n hart gestolen
je buik strelen
is als een klankenballet
en jij bent de minister ervan
je hand in die van mij
en we zullen springen
je slaapt als een efje
mevrouw,
breek mijn hart niet
ik ben zo fragiel
spaar mij maar
ik ben niet van steen
noch van zuiver goud
mevrouw,
waar ben je nu?
je bent er niet
lieve mevrouw,
een schreeuw om hulp
mijn ontroostbaar bloedend hart
en een vergeet-mij-nietje wordt
begraven samen met mijn afscheidsbriefje
mevrouw,
je hulp kwam te laat
liefde kon mij niet meer redden
snap je het nu,
mevrouw?