ik zit op de derde rij,
je zit amper 'n meter van mij.
echt zo ver vind ik dat,
jij bent me al lang zat.
het achterom gekijk van mij,
daarmee ben je niet zo blij.
ik vind het echt wel fijn,
om zo dicht bij jou te zijn.
die warme stem doet me zweven,
het enige dat je me ooit hebt gegeven.
achter me kijken, teddybeerogen,
regenbogen, in de hemel weggezogen.
je lijkt oneindig ver,
hoewel ik de weg niet versper.
liefde is gewoon onmogelijk,
het gaat echt niet behoorlijk.
daarstraks zei je dat je me haat,
komt het door al dat gepraat?
je vind het echt niet fijn,
om aanbeden te zijn.
aanbeden door een jongen,
door alle engelen bezongen.
is 't nu echt zo vreemd dat ik van je hou,
je als mijn grote liefde beschouw.
ik zal je maar beter vergeten,
'k heb al te lang in dat hoekje gezeten.
ik zal toch nooit de jouwe zijn,
die kans is echt wel klein.
morgen ga ik je weer zien,
dan zie jij mij ook eens misschien.