Me moeder is ziek,
Me moeder krijgt veel kritiek.
Als ze iets niet kan dan moet ze het aan ons vragen,
En als mensen dat zien zullen veel mensen zich dingen afvragen.
Mijn zusje en ik moeten dingen doen als ze het niet kan,
Wat zullen mensen die ons niet kennen en niet weten dat me moeder ziek is wat zullen die vinden hiervan.
Het is moeilijk,
Maar wij vinden het begrijpelijk.
Ik ken me moeder niet anders,
Wij zijn ook maar gewone Nederlanders.
Mensen moeten niet denken dat mijn moeder helemaal niks meer kan,
Me moeder is een vrouw die veel aankan.
Maar soms gaat het niet meer,
En dan als dat moment er is doet dat zeer.
Maar ik weet dat als ze in het ziekenhuis is geweest,
Dat ze dan misschien weer zo de stad door sjeest.
Maar als het niet goed gaat,
Maak me dat kwaad.
Ik moet zien hoe mij moeder pijn lijdt,
Dat is iets wat je niet zomaar van je afglijd.
Dat is iets wat mij heel veel pijn doet,
Maar we houden moed.
En hopen dat het steeds iets beter zal gaan,
En dat de medicijnen aanslaan.
Me moeder zal nooit meer helemaal beter worden,
En het is ook steeds erger geworden.
Maar de momenten dat ik samen met haar wat leuks kan doen,
Die dingen zal ik ook altijd goeddoen.
Sommige dingen zal ik altijd moeilijk blijven vinden,
En dat is iets wat mij wel opwindt.
We hebben veel problemen gehad,
En veel tegengehad.
Zo ook mijn ‘ziekte’,
Een verslavingziekten.
Me moeder heeft me toen heel goed geholpen,
En mij door die moeilijke tijd heengeholpen.
Ze heeft me geholpen om weer op het goeie pad te komen,
Terwijl haar problemen aanstromen.
Ze is er altijd voor haar kinderen,
Terwijl haar problemen maar weer aanbulderen.
Ze is een moeder om wie ik heel veel geef.