Woorden marcheren
mijn ruggegraat over
in een koude rilling
die in mijn onderbuik explodeert
Zoute regen
sluipt en ploetert
uit de veilige dekking
die mijn ogen zijn.
Als een bijziende
staart de kamer
me grijnzend aan.
Terwijl de woorden blijven ratelen:
machineguns of condamnation.
Is it Capital punishment? God mijn lief.
Haar blik omhelst me
terwijl het overloopt
van verdriet.
Geen pijler nog overeind
niets dat nog houvast biedt.
Aardschokken in mijn dorstig lijf
rijten mijn wereld
aan losse flarden
zonder een nabij
toekomstperspectief.
Puin dwarreld naar beneden
mijn schreeuw vermoord door stof
Mijn handpalmen bieden plaats
voor mezelf en mijn angst
Mijn afgesloten wereld
ik en mijn verdriet
waarom?
waarom heb juist ik
Zoet Bloed?
(Noot: dit gaat over mijn ervaring met de ontdekking van diabetes in januari 2004)