Mijn vrouwtje de moeder van onze zes kinderen
En ik was voor haar nog het zevende kind
Niemand zou ooit deze liefde kunnen hinderen
Want zij heeft mij tot het einde steeds bemind
En hoe de aardse tijd voor ons ook zal minderen
Zal steeds mijn Noordzeestrand en uw Westenwind
Deze liefde na de dood nog laten zinderen
Van een rust die men slechts alleen thuis maar vindt
Wat de toekomst ons verzwijgt of ons heeft te bieden
Is voor ons toch van geen enkel aards belang
Zolang wij steeds maar ons hart en ziel kunnen zieden
Van alles waardoor men komt in het gedrang
Wij zijn als ouders,slechts heel gewoon arme lieden
Maar hebben in liefde en in samenhang
Alles voor onze kinderen laten geschieden
En dit klinkt voor ons als een hemels gezang