langzaam verdrinkt
de ondoordringbare nevel
in zijn boreling
van duizend spiegels
die verschrikt dansen
op de ochtendgloren
teder zweven
menige soldaten
over het zachte mos
die de duisternis verwelkomt
waar hij het lang
had verleerd
zwarte vogels zongen
op de strandkorrels
die hier en daar
verspreid lagen
en meegevoerd werden
op de stroom
voor het hiernamaals
beelden strijden
om de oneindigheid
in het onschuldig kinderhart
dat wakker werd
door het gefluit
van duizenden meeuwen
die sierlijk neerstreken
op de laatste zucht