genoeg van woorden
dool je in oaseloze zandwerelden
hopend op positiviteit
op verlichting
zwerf je alleen
je rug en je ziel
geladen als een ezel
met wonden en ijzerloze voeten
genadeloos en knagend
je buik in een knoop
je hart op een kier
knagend, spechten rondom je heen
gaten vullend
gemarteld en gegeseld
door bittere slierten
opgaand in rook
bedank en verlaat je
deze onmenselijke chaos