Beide, op het randje van de afgrond
We weten nog, hoe zij daar stond
En we proberen te vergeten
Wat we beiden nog zó goed weten
Zij heeft daar gestaan
Dagen, jaren
We kregen haar niet tot bedaren
Absoluut niet op haar in gepraat
Het heeft zin dat jij bestaat!
We willen echt niet dat je gaat...
En we herinneren ons het nog zo goed
Langzaam verschoof ze haar ene voet,
Ze sprong zo diep, we waren haar voor-goed kwijt
En wij staan daar nu op het randje, voor eens en voor altijd.