de priemende zonnestralen
laten me even zien en geloven
wie ik echt ben
ze laten me de onschuld zien
van het wenende kind in mij
het kind dat zich bang en alleen voelt
in dit grote donkere doolhof
van gedachten en gevoelens
het heeft geheugenverlies
en herinnert zich alleen de pijn
pijn van het verliezen van de strijd
tegen het lijden van het kwaad
en het nietige dat het is
strijdend naar overleving in de wereld
hopend op het einde van mijn huilbui