BLOEMEN
Uit de bloem der gedachten,
Kiemt het zaad en als wij wachten,
Draagt de wind het rond,
Zoekend naar vruchtbare grond.
Waar hersenspinsels gedijen
Tussen fantasie en mijmerijen,
In goede sfeer, het juiste licht,
Zich ontwikkelen tot een gedicht.
In een rozet van tinten groen
Ontvouwt zich vol als een pioen,
Uitbundig vlammend fel en rood,
De roos, die ons tot dromen noodt.
Mijn hart verliest zich in de kleuren,
Zinnen bedwelmen door de geuren,
De geest zweeft even vrij…
De hof van Eden is binnen mij.