Golfje
er was eens een golfje, onschuldig en schoon
ze overzag in haar pieken, was dan nooit alleen
ze schitterde in haar bestaan, ze leefde haar droom
Bewolkt werd het zicht, ze wist niet waarheen
plots was alles donker, ze verloor haar zicht
stuurloos en dronken zo leek iedereen
angst was wat ze zag, twijfel over haar plicht
Vertrouwen moest ze hebben, vertrouwen om haar heen
zo liet ze alles los, maar werd vast gehouden
ze trokken haar mee, het was zo natuurlijk
het was nu weer beter, maar haar inzicht behouden
Tijd bracht haar wijsheid, ze was zo afhankelijk
er rezen wat vragen, wat was het begin
in mijn eerste herinering waren er oude ten dagen
heb ik een route, is er bestaanszin
Al heels snel bleek, er deed geen antwoord behagen
toch diep van binnen leefde er veel
zo had ze een droom, dat zij was de jager
of was ze een prooi met een ander moreel
Van deze last bleek zij niet de enige drager
dus ging ze mee, met de stroom
soms waren ze sterk
soms botste het gewoon
Later begreep ze het golfzijn en sturen werd haar werk
tot er een eind kwam en ze niet meer verder kon kijken
besteeg zij zo subtiel de hemelen brug
golfje was er niet meer, maar wel het glansrijke
Oh wat was het helder, dus ook; ze ging weer terug