Het komt met de zachte kalmte zoals die van waneer je slaapt.
Het sluiert zachtjes over me heen als ik vertrek naar een plaats waar wij elkaar zullen ontmoeten.
Maar ik kan je daar niet altijd vinden.
Toch weet ik dat je zal komen,
En het is op zulke nachten,
In die snelle momenten,
Dat jij de lege plek in mijn hart vult.
Het lijkt allemaal zo echt waneer ik in jou ogen kijk,
En jou stem weer horen kan…
Ik raak je aan en ik kan de warmte van je lichaam voelen,
Ik voel het kloppen van je hart,
Nog luider als onweer.
We hebben gelachen, gepraat en ik heb je verteld over mijn dag.
Als die momenten lang genoeg zouden duren, zou ik je vertellen,
Ik hou van jou en ik zal je voor altijd in mijn hart willen sluiten.
De gedachte jou dicht bij mij te hebben, neemt mijn adem weg.
Wetend dat dit korte bezoek alles is wat ik heb.
Toen werd ik wakker…
Ik open mijn ogen, en ik staar in het diepe donkere duister.
De nacht is stil, maar ik ben niet bang,
Ik kan jou nog steeds in mijn armen voelen,
En dezelfde kalmte als die in mijn slaap,
Vult me met blijdschap.
En stilletjes dank ik god,
Want ik weet dat ergens in de toekomst,
We elkaar weer tegen zullen komen.
Tot dan, ontmoeten we elkaar in mijn dromen…