*** *** *** *** *** *** *** ***
Licht huiverend
sloop ze mijn
leventje binnen
En ze overhandigde mij
al haar tranen
- krampachtig bij elkaar
gestopt in kleine
kleurrijke maar zulke
trieste glazen doosjes-
en ze gaf me
een doorzichtig tasje
met daarin al haar
nachtmerries
zodat ik ze met
mijn stralendste lach
teniet kon doen
en ze gaf mij
haar ogen
-die eens stralend
voor zich uit keken
maar nu dof voor
zich uit staarden –
met de woorden:
“Kijk eens naar
MIJN wereld”
zodat ik haar zwarte
schaduwen kon
verplaatsen en met
penseel en potlood
op haar levensdoek
reusachtige regenbogen
kon plaatsen
en ze schonk mij
haar leven
-zwart en wit-
-dag en nacht-
-groot en klein-
-mooi en lelijk-
met tegenstellingen te
groot voor woorden
zodat ik met mijn
diepste verlangens haar
leventje weer bewoon-
baar en leefbaar kon
maken
“Dit kan ik niet!”
schreeuwde ik wan-
hopig zwijgend, waarna
zij -zachtjes snikkend-
MIJN leventje weer uit-
druppelde, opgevangen
werd door het -door de
ochtendzon verwarmde-
meer, en meegevoerd
werd naar de overkant,
waar een andere man
stond, en waar zij hem
HAAR tranen gaf
*** *** *** *** *** *** *** ***
Love,