een blik op Freekje als dertiger:
Er gaat een rommelen om in de dagen, alle dagen weer
en 's avonds stort het onzichtbare verzenkte zich breed
over de horizonnen uit...en steeds weer verrassende geluiden
en verder kruipt er uitwaarts al dat van geluid zich blij wil zijn.
En elk jaar is nu de ijstijd weer langer al voorbij
en alles kan en mag en, er waart een vrijheid door de admosfeer
en iedereen is een gast deze Zomer, en de nobele kunst
van het uitslapen legt in de dromen vogels nu en auto's
als een rusteloos nieuw geluid...
(.......)'Ze kijken altijd naar mij, Mamma, en wat ze zien weet ik niet...
en dan gaan ze altijd iets zeggen, Mamma, altijd its veel te vroeg,
en begrijp ik het weer niet, Mamma, en werkelijk; het lijkt wel of
de hele wereld Pappa is, (mag ik dat nu zo zeggen?)...en ik u ben,
bij wie ik hetzelfde doe '
Freekje blijft stil zitten, en kijkt om zich heen...
(.......)Al heuvel optrekkend, al zandpaden gravend,
al bossen plantend, en van dorpen steden makend,
zit Freekje te werken aan een landschap,
later weeral mogen daar de soldaten op gaan vechten,
maar vooralsnog mag dat nog niet...
(.......)'Heilige Maria kerk?...11 uur?...ja, nee, natuurlijk;
zeg maar dat ik er zal zijn...'
Freekje hing de telefoon op en Freekjes geest
werd weldra een dienstbaar ding hetgeen hem wel
gewoon was bij extremere levensmomenten.
''t is wat...ben ik dan eindelijk aan de beurt,
een ouder te begraven...Maandag...oh; daar is dat...
dan zal ik wel zo, en zo fietsen...'
Freekje tuurt even voorbij aan het raam en
probeerd te zien wat zijn lijf nu voelt.
'Hmm...', denkt Freekje drie uur later ineens,
zijn blik ervan van het beeldscherm verleggend
naar nogeens voorbij het raam; '...de familie
hoort dan altijd vooraan te zitten...;ohjee...!'
en even verwijdden Freekjes ogen zich,
Ze zagen blijkbaar nadrukkelijk iets in de lucht boven de bomen
(als iemand nu een portret wilde maken,
zouden alleen de ogen wel al kunnen volstaan)
en dan plots draait hij zijn hoofd veel vlugger terug
naar het beeldscherm, en tot hij die avond ging eten
keek hij niet meer op...
(Er gaat een rommelen om in de dagen, alle dagen weer
en 's avonds stort het onzichtbare verzenkte zich breed
over de horizonnen uit...en steeds weer verrassende geluiden
en verder kruipt er uitwaarts al dat van geluid zich blij wil zijn.
En elk jaar is nu de ijstijd weer langer al voorbij
en alles kan en mag en, er waart een vrijheid door de admosfeer
en iedereen is een gast deze Zomer, en de nobele kunst
van het uitslapen legt in de dromen vogels nu en auto's
als een rusteloos nieuw geluid...)
18'08'04