Je bent ijs en je glijdt
Als een druppel damp op een spiegel
In de bitterheid van mijn glas
Ik tracht door jou te kijken
Op zoek naar je ziel
Je smelt en alles wordt zoet
Zoals de ochtend zelden was
Niemand weet wat ik voel
Zelfs de bomen niet
Enkel de wind maar die zwijgt
Want het timbre is zo mooi
Dat elk woord wordt verstild
En als een blad aan de tijd wordt gerijgd
Je bent ijs
Maar dan van het zoetste soort
Zodat zelfs de zon wordt gekoeld
De wind zwijgt
En schrijft in het lover :
Dit is het warmste dat ik ooit heb gevoeld.