OP WEG NAAR WEG
Zoals velen tevoren,
werd ook jij geboren.
Onwetend tot wiens behoren,
alleen in een oude toren.
Je trok je sporen,
doorheen het eindeloze koren.
Niemand wilde zich aan je storen,
tot je inwendig begon te smoren.
Ook al had je gezworen,
je door niemand te laten bekoren,
wist een netelige doren,
je maagdelijkheid te doorboren.
En toen begon alles weer zoals tevoren.