ik bedacht laats terwijl ik liep over het strant
dat mijn tenen kriebelden in het ruwe woeste zandt
en dat mijn grote teen op een speelse manier
hartjes maakt in het goudgele zandt
en de wind tussen mn tenen sissert dwars door mn benen
en de droge wind in mijn haren hoor ik in mijn oren suisen
alsof geesten door mijn lichaam heen zweven
of ze probeerden te zeggen geef mij je leven ik werd met een raar gevoel naar de woeste zee getrokken
het water was ijskoud en bezorgde me kippenvel
ik voelde de doden om mijn knieen zweven
het zoute water veranderde van donkerblauw naar bloed rood
en enkele tellen later kon ik niet denken ben ik hersendood
3 dagen later wordt ik wakker in new york met een kater
ik heb vast gebaden in doden water