herfstige kleuren,
dwalen in de grond,
geurend naar de aarde,
door de oudheid reeds gekromd ...
de wind zweeft terug in tijden
wakkert stiekem aan,
het ondergrondse leven
komt naar boven,
bevestigt z’n bestaan...
adem spreekt weer koude,
condens verkent z’n wolk,
zichtbaar tranen ogen
in naaktheid voor elkaar,
en schild’ren vingers warmte,
naar ’t donker plekje,
in schuilplaats daar...