Van dertien hoog en dan omlaag.
Wat moet ik met beton?
Grijze vlakken jagen me voorbij.
De brug erboven overspant de kloven,
vergeet het gapende in mij.
Ik wil eerst vliegen,
van dertien hoog en dan omlaag,
en ondertussen wil ik bidden,
voor eventjes, behouden vaart.
Ik ga de wereld dan omhelzen,
met alle delen van mijn lijf.
Terug naar moeder aarde,
het intieme einde van mijn verblijf.
Mijn linkerkant kijkt naar de rechter.
We wachten, hand in hand.
Niet wij, maar het einde nadert.
We springen samen, van de rand.
wil melker
16/06/2001