al rustend koelt deze dag af tegen de avond
het donker neemt nu van ons bezit
maar dit duister mist nachten
laat een schimmenregen trachten
wat dit enkel moment doet smachten
maar niet voor eeuwig
vallen die sterren
klaterend als kristallen
in een glinsterend meer
en weerspiegelen over een vlakte
peilen het verschiet
halen zelfs een bereik
eindigen fonkelingen
even geruisloos diep
gevangen in deze illusies van romantiek
is het licht wellicht voor mij gezwicht
en zullen dromen voor altijd vrij zijn
baad een der onzer nog steeds in tranen
onder een zilver-maan-voet-licht