Ze zijn er op ieder moment van de dag.
Verborgen gaan ze stil hun gang.
Opeens is daar een traan of een glimp van een lach,
maar ze maken je soms ook verschrikkelijk bang.
Ze zitten nooit eens stil.
Ze hebben altijd wel weer iets.
Soms gaan ze een weg waar ik niet wil,
maar nooit hebben zij eens helemaal niets.
En hoe stiller ik ben,
hoe meer kansen zij zien.
Ze rusten pas als ik beken
wat zij allang hadden gezien.
Ik heb al veel van hen geleerd,
veel konden ze verzachten.
Wanneer mijn hart weer was bezeerd
vond ik troost in mijn gedachten.
Gedachten zijn moeilijk in woorden te vangen.
Ze zijn het geheim in een mensenhoofd.
Beinvloeden onzichtbaar de wandelgangen
en wegen mee in wat je gelooft.
Mijn gedachten voeren me steeds meer
naar een heel geliefd persoon.
En ik verbaas me telkens weer
hoe dat kan...het gebeurt gewoon.
En toch is het ook weer heel normaal,
want gedachten ontsrpingen in je hart
en vertalen je gevoelens in onzichtbare taal...
De taal van de liefde, maar ook die van smart.