Buiten
giet het water.
Woedend trappel ik
doorheen het rotweer
Wind draagt
tussen de druppels
mijn uitgeroepen naam
tot mijn oor voort
'k Draai me om
Nee, kan niet waar zijn
Nee, moet het nu echt,
zij zijn?
Ja, ze kijkt
me aan
verbaasd dat ik me in T-shirt
in zo'n weer buiten vertoon.
Arm opheffend maakt ze
een warm plaatsje voor me
klaar.
Stelt me voor om dicht bij haar
te staan
Net als een engel beschermt ze
me onder haar vleugel
tegen de regen dat in
mijn gezicht snijdt.
Het voelt er heerlijk
zo dichtbij haar
Haar engelijke geur doet
zo'n deugd.
Ze neemt me mee naar haar huis,
leent me een ensembleke van haar kleren
'k zie er beeldig uit, zegt ze
Voorzicht druk ik haar een kus toe
Ze wil er meer..
Op haar bed val ik in slaap
Ik ontwaak naast haar
mijn dag kan niet meer stuk!
Jammer, dit is een grote illusie
...