Ben ik
droom?
Van het zijn wat ik nooit wezen zal?
(het wezen, dat mij weerspiegeld,
in 't onophoudbaar gestroom van gestompel,
gemompel...)
Dans met mij
hou mij, zodat ik weet,
vast, voel met mij
de twijfel van het stille
stamelen
voor de stilte wreed.
Antwoord vreemde,
en leg mij niet voortdurend
in 't dromen
te rusten neer.