Meerdere keren ingestort,
wilde ze alleen nog dood,
maar haar leven...nog veelste kort,
en haar liefde voor een paar personen te groot.
Zo groot dat ze niet kon gaan,
een paar keer zich bijna van haar leven beroofd,
maar steeds kon ze die gedachten verslaan,
ze moest wel...ze zou niet gaan had ze beloofd.
Maar op een dag werd alles haar te veel,
wilde ze deze wereld niet langer bijwonen,
ergerde zich aan iedereen groen en geel,
dat overwon zelfs de liefde voor die paar personen.
's Morgens zette ze haar masker op,
deed vrolijk tegen iedereen,
maar die 'savonds zette ze alles stop,
pakte een mes en duwde die dwars door haar vel heen.
Ze wist het kon zo niet langer,
ze stond voor een beslissing,
daardoor werd ze alsmaar banger,
ze voelde zich steeds meer een één of andere 'vergissing'.
Ze kon een einde aan haar leven maken,
of alles oplossen,
een eind maken aan de pijnlijkste zaken,
of zich in één keer overal van verlossen.
Ze wou niet opnieuw beginnen,
dus op de eerste optie,
zette ze haar zinnen,
en dacht ze voor de laatste keer terug aan die dag van de vakantie.
Die dag die alles heeft verpest,
dat ze daaraan dacht was de laatste keer,
die vent had haar tot diep binnen haar gekwetst,
maar ze dacht er niet meer aan...vanaf nu niet meer.
Want ze wist dat ze hieronder zal bezwijken,
dus pakte ze het mes en duwde het diep in haar pols-vel,
ze zag de verbaasde gezichten al op haar lijk neerkijken,
één korte flits...toen alleen zwart...vloog haar leven voorbij in die ene tel.
*~°Fictie°~*