Aan de overkant wil ik zijn,
Er is iets wat ik wil hebben.
Maar de zee versperde de weg,
Ik kan er niet door.
Als ik er door wil lopen,
Raden mijn voeten geen bodem.
Als ik er door wil zwemmen,
Trekt het water weg.
Ik wel er door,
Maar het kan niet.
Ik raak het water met mijn hand,
Mijn gezicht gat onder,
Mijn rug gaat mee,
Nu gaan mijn benen en voeten.
Ik glijd verder naar beneden.
Het gaat maar door,
Het houd niet op.
Ik probeer te zwemmen,
Langzaam ga ik vooruit,
En blijf zinken.
Mijn zuurstof is bijna op,
Er is nog een lange weg te gaan.
Ik verdrink dadelijk nog.
Ik hou het niet.
Ik doe mijn mond los,
Ik voel geen water,
Maar,
Maar zuurstof.
Ik kan rustig blijven zwemmen.
Ik ben er bijna.
Nog een klein stukje…
Ik ben er!
Maar……
Het is een eiland vol vrienden,
Familie en gelukkigheid.
Hier heb ik zo lang naar gezwommen,
Angsten gehad,
Maar het is hier zo mooi.
Zo mooi wat het nog nergens en…
Ik heb wat ik hebben wil.