Ik, ik ken een meisje
dat leefde voor de dood
er was niets of niemand
die haar bescherming bood
Een grote muur,
om haar heen
niet bereikbaar
zo alleen..
Wachtend op haar tijd
is ze nu gegaan
tot mijn grote spijt,
heel ver hier vandaan
Maar als ik mn handjes strek,
klinkt misschien heel gek
raakt ze het aan
en zegt ze na enige stilte :
sorry ik moet weer gaan
Soms komt ze terug om mij te helpen
lopend op het strand,
zoekend naar schelpen
De wind door onze haren
en handjes in een
bootjes die varen
verzinken, geen een!
Maar toen hield ze stil
en liep niet meer door
het voelde weer kil
en voor..
voor ik het wist
een snelle blik
duidelijk maken :
dat meisje was ik!