Hier sta ik aan 't begin
van een nieuw bestaan.
Denkend aan dingen die gebeurden,
die nu zijn afgelopen.
Terwijl de zon ging schijnen,
de maan ging slapen.
De regen tikte tegen de ruiten,
de wind blies door de bomen.
Stond ik met half open mond gedicht,
bij het zien van jou gezicht.
Als om te zeggen ik kan er niets aan doen,
Ja, wie kon er wat aan doen?
Als om te zeggen: "Zwijgen,
neen, niets zeggen".
Want niemand zal geloven,
wat jij hen gaat vertellen.
Hier sta ik met half open mond gedicht,
bij 't zien van jou gezicht.
maar diep in mijn hart,
heerst er de smart.
Maar eens zal ik komen
en zal ik je tonen.
Dat die half open mond gedicht.
Niet meer gedicht
maar open blijft staan.
Die mij dan zal brengen,
naar een beter bestaan.