Mijn vuur.
Ik kan niets meer doen
dus maak ik maar een vuur
en sprokkel hout
sorteer de takken
het droge hout
dit brand wel dat niet
o god vergeet me niet
een vogel begint te fluiten
als hij de rook bespeurt
die langzaam kringelt
op een windloze vlaag
zo'n soort dag vandaag
met lome warmte, traag
bemin ik haar zonder woorden
die nu alleen maar storen.
het vuurtje brand en wat goed
is het de zuivere rook te snuiven
mijn vuur, mijn hand, wat een genot
mijn hart gaat langzaam
langzaam van het slot.
Alleen en zonder leerlingen
hoef ik niets te zeggen
en kan stil bouwen aan perfectie
mijn kameraden weten alles
en fluiten, koeren, zuchten
want Frans is weer bij het vuur
en hoeft aan hen niets uit te leggen.